De 10 meest voorkomende misvattingen over reanimatie

Als spoedeisende hulp arts, wetenschapper, lid Nederlandse reanimatieraad (het orgaan wat o.a. de reanimatierichtlijnen van Nederland maakt) en opleider heb ik al heel wat reanimaties meegemaakt.  Bovendien heb ik de afgelopen jaren een paar duizend mensen online alles mogen leren over reanimeren middels mijn online cursussen over reanimatie. Eerst via Instagram, nu via een eigen professioneel platform. Vanuit deze ervaring krijg ik veel vragen over reanimatie. Een groot deel hiervan bevat vragen over veelgehoorde misvattingen. In deze blog stel ik deze misvattingen aan de kaak en geef ik je mijn antwoorden op deze veel gestelde vragen. 

Misvatting 1: Als je niet precies weet hoe je moet reanimeren, kun je maar beter niets doen

Dit is denk ik de grootste misvatting die ik met regelmaat hoor, vooral bij mensen die twijfelen of ze een reanimatiecursus willen gaan doen of niet. Iéts doen is namelijk altijd beter dan niets doen. Als je niets doet overleeft iemand het immers sowieso niet. Als je iets doet, ook al is het maar 112 bellen of borstcompressies geven, geef je iemand een kans. Natuurlijk is het wel fijn wanneer je weet wat je precies kunt doen. Mijn advies zal dan altijd ook zijn om een reanimatiecursus te gaan volgen. Niet alleen omdat dit beter is voor de overleving van de patiënt, ook voel je jezelf hierna stukken zekerder wanneer jouw hulp echt nodig is.

Misvatting 2: Als je een reanimatiecursus hebt gedaan móet je hulpverlenen.

Dit is deels juist, maar niet omdat je een reanimatiecursus hebt gedaan. Je bent het hulpverlenen namelijk verplicht als burger, en niet puur als cursist. Het is als burger zelfs strafbaar wanneer je iemand in levensgevaar niet helpt! Dit hulp bieden is altijd naar kunnen, en omvat ten minste het inschakelen van professionele hulp. Wanneer je een reanimatiecursus hebt gedaan ben je alleen stukken meer bekwaam om hulp te verlenen. Bovendien voel je je ook stukken zelfverzekerder, wat zowel de patiënt als jouzelf gaat helpen in een noodsituatie.  

Misvatting 3: Je mag alleen een AED gebruiken wanneer je een reanimatiecursus hebt gedaan

Ook dit is niet waar. In principe mag iedereen een AED (automatische externe defibrillator) gebruiken, ook zonder cursus.  Het is namelijk een vrij dummy-proof apparaat. De AED wordt tijdens een reanimatie gebruikt om een dodelijke hartritmestoornis, een van de oorzaken voor een reanimatie, als het ware te resetten. Inmiddels hangen AEDs door heel Nederland, waarschijnlijk ook wel bij jou in de buurt. Omdat ik het gek vind dat ze overal hangen maar niet iedereen gewoon heeft geleerd hoe je ze kunt gebruiken heb ik de AED module van mijn online reanimatiecursus gratis beschikbaar gemaakt. Zo kun je in ieder geval leren hoe zo’n AED werkt. Je kunt je hier inschrijven voor dit gratis onderwijs.

Misvatting 4: Je moet altijd starten met reanimatie

In principe is dit zo, míts het geïndiceerd is om te starten met reanimatie (dus wanneer iemand inderdaad reanimatie nodig heeft) en het reanimeren voor jou als hulpverlener veilig is. Als het voor jou niet veilig is om reanimatie te starten, bijvoorbeeld wanneer iemand besmet is met giftige stoffen, dan moet je ook niet starten. Wel bel je dan gewoon 112, en ook dat is hulpverlenen. En hoe je weet of iemand reanimatie nodig heeft? Wanneer iemand plots bewusteloos raakt en niet meer ademhaalt, is er waarschijnlijk sprake van een reanimatiesetting. Hoe je hier precies achter komt leer je in mijn online cursus. 

Misvatting 5: Je moet altijd zoeken naar een niet-reanimeren verklaring voordat je start met reanimeren

Doe dit vooral niet: hiermee verlies je immers kostbare tijd! En wanneer het om reanimatie gaat is elke seconde die je verliest er eentje te veel. Wanneer je voorafgaand aan de reanimatie al ziet dat iemand een niet-reanimatie verklaring heeft, of een penning om de hals draagt, moet dit gerespecteerd worden en start je niet met reanimeren. Bij twijfel start je wel. Wanneer je later toch een verklaring of penning vindt, bijvoorbeeld als de borstkas wordt ontbloot om de elektroden van de AED aan te brengen mag je als hulpverlener stoppen met reanimeren. Dit hóeft niet. Je mag de beslissing namelijk ook over laten aan de ambulance medewerker die naar jou onderweg is. Ook zou je op dat moment kunnen overleggen met de verpleegkundige van 112 die je nog aan de lijn hebt. Zo hoef jij zelf zo’n moeilijke beslissing niet te maken. 

Misvatting 6: Bij een reanimatiecursus leer je alleen reanimeren

Een belangrijk onderdeel van leren reanimeren is het leren voorkomen van een reanimatie. Voorkomen is immers beter dan genezen. In een goede reanimatiecursus leer je onder andere waardoor reanimaties worden veroorzaakt en hoe je in sommige gevallen een reanimatie kunt voorkomen. Bijvoorbeeld door te leren hoe je kunt handelen bij een verstikking of verslikking. Uiteraard leer je dit ook uitgebreid in mijn online cursus.


Misvatting 7: Je moet altijd mond-op-mond beademing geven tijdens een reanimatie

Hoewel het nog steeds de voorkeur heeft om wél mond-op-mond beademing toe te passen hoeft dit niet altijd, vooral bijvoorbeeld niet wanneer dit voor jou niet veilig is om te doen. Veiligheid eerst! Studies laten zien dat de meeste volwassen mensen de eerste 5 minuten in een reanimatiesetting nog genoeg zuurstof in hun bloed hebben zitten. Je hoeft dus niet perse altijd direct mond-op-mondbeademing toe te passen. Je kunt er ook voor kiezen om alleen continu borstcompressies te geven. In sommige landen is dit inmiddels ook de standaard: niet omdat het beter is maar omdat zo meer mensen durven te reanimeren.  Er is echter een uitzondering... Wanneer zuurstofgebrek de oorzaak is van een reanimatiesetting moet er wél direct zuurstof gegeven worden. Weet je dit dan van tevoren? Nee, maar de kans is in ieder geval groot bij drenkelingen, mensen die al fors benauwd waren en bij kinderen. Geef deze dus in ieder geval wél mond-op-mond beademing. Meer hier over lees je in deze blog. 

Misvatting 8: Je moet voorzichtig doen met de borstcompressies omdat je anders ribben kunt breken

Hier over kan ik kort zijn. Ja, je kunt (en zult) ribben breken wanneer je goede borstcompressies uitoefent. Maar dit is helemaal niet erg. Beter een gebroken rib dan dood, toch?

Misvatting 9: Reanimatie en reanimatierichtlijnen zijn absolute wetenschap waarin we alles 100% zeker weten

Als medeauteur van de huidige richtlijnen weet ik: we weten ook heel veel nog niet. Natuurlijk zijn de richtlijnen gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek, en gebruiken we de beste kennis die we hebben. Maar ook in deze kennis zitten nog veel hiaten: dingen die nog niet zijn onderzocht of nog niet zeker genoeg zijn. Zo weten we helemaal niet 100% zeker of het geven van beademingen in de eerste 5 minuten (zie punt 7) echt veel beter is dan het geven van alleen borstcompressies, of 30 compressies afgewisseld met 2 beademingen écht de beste verhouding is (al lijkt het beter te zijn dan het eerder gebruikte 15:2, wat nog wel bij kinderreanimaties gebruikt wordt) en nog veel meer. Het is, vooral als zorgverlener, EHBO’er of burger hulpverlener belangrijk te beseffen dat binnen de geneeskunde, en dus ook binnen reanimatie, het allemaal niet altijd zo zwart wit is. Wat overigens niet wil zeggen dat je niet bij voorkeur de richtlijnen moet volgen, want die zijn er natuurlijk niet voor niets. 

Misvatting 10: Het helpen bij een reanimatie is altijd traumatiserend 

Natuurlijk kan dit voor sommige mensen zo zijn. Maar, dit is vooral zo wanneer je niets hebt kunnen doen, zo blijkt uit wetenschappelijk onderzoek. Mensen die het gevoel hebben in ieder geval iets aan hulpverlening gedaan te hebben krijgen over het algemeen geen langdurige psychische klachten na een reanimatie. Terwijl de mensen die met de handen in het haar stonden dit wel kan overkomen. Des te meer reden om wél hulp te gaan verlenen én vooraf een cursus te volgen zodat je beter weet wat je allemaal kunt doen. Nieuwsgierig geworden naar wat er nog meer te leren valt? Je kunt heel low-key beginnen met mijn gratis AED cursus. Wil je daarnaast niet alleen alles leren over reanimeren, maar ook hoe je een reanimatie kunt voorkomen, hoe je 112 belt, waar je belletje van 112 terecht komt, hoe het gaat wanneer de ambulance komt, en nog veel meer? Check dan mijn online reanimatiecursus.

En wil je je verdiepen in de reanimatie van een kind of baby? Ook dat kan bij mij online, met een unieke cursus die je volgt via Instagram.